07/1947 - 06/1949 | FC Besançon |
07/1949 - 06/1950 | Urania Genève Sport |
07/1950 - 06/1953 | Racing Lens |
07/1953 - 06/1956 | AS Monaco |
07/1956 - 06/1960 | FC Nantes |
07/1960 - 03/1962 | FC Sochaux |
07/1962 - 02/1965 | FC Forbach |
02/1965 - 06/1967 | Club Brugge |
07/1967 - 12/1968 | FC Liège |
07/1969 - 06/1970 | CS Hammam Lif (Tun) |
07/1970 - 06/1971 | Olympique Avignon |
Na WOII vluchtte Dupal naar Frankrijk. Hij werd geboren in Dubany, toen behorend aan Oostenrijk-Hongarije, later aan Tsjechoslowakije. In Frankrijk voetbalde hij voor FC Sochaux en FC Besançon.
Ludovic, inmiddels Louis, was tot Fransman genaturaliseerd toen hij in februari 1965 door FC Brugge naar De Klokke werd gehaald als nieuwe trainer. Hij was toen 52 en had er al een trainerscarrière van achttien seizoenen opzitten, bijna uitsluitend in Frankrijk.
In zijn eerste Brugse maanden wist 'Louis' Dupal de ploeg met 19 punten uit 12 wedstrijden uit de benarde situatie te halen waarin deze onder zijn voorganger Henri Dekens, en na een korte interim voor één wedstrijd van adjunct Lucien Masyn, was terechtgekomen. Met een negende plaats werd het behoud verzekerd, waarna Dupal Blauw-Zwart met zachte doch dwingende hand begeleidde in de ontwikkeling naar de top. FC Brugge werd onder Dupal eerst vijfde in 1966 en vice-kampioen in 1967, met slechts twee punten achterstand op kampioen Anderlecht.
FC Brugge speelde onder Dupal fris en bijzonder aanvallend voetbal. Vooral een 3-6 overwinning op het veld van Beerschot, na een heerlijke pot voetbal, werd in de voetbalpers als historisch bejubeld. Dat de beminnelijke Dupal ondanks de behaalde tweede plaats niet bij FC Brugge bleef, had te maken met het feit dat de onderhandelingen over een terugkeer van Norberto Höfling al omstreeks de jaarwisseling waren beklonken. Toch maakte Dupal er een erezaak van om tot de laatste dag van zijn bewind het hoogste na te streven.