Hoe vult een staflid van Club Brugge zijn dagen tijdens een stage in het buitenland ? Deze week leggen we elke dag ons oor te luisteren bij één van hen.
Voetballers zijn passanten bij een club en dat kan even zeer van trainers/assistenten worden gezegd. De uitzonderingen op deze regel worden jaarlijks minder in aantal. De honkvastheid zoals dit bijvoorbeeld 30 jaar geleden het geval was, brokkelt zienderogen af. Dieter Deprez (36) prijst zich daarom gelukkig alsnog in het kringetje van ‘ouwe getrouwen’ thuis te horen. Een blauw-zwart ‘meubelstuk’ kan de Roeselarenaar na bijna vijf seizoenen nog niet meteen genoemd worden, maar dat de sportwetenschapper intern op veel waardering kan rekenen is zeker.
Dieter Deprez houdt al van kindsbeen van het spelletje, zowel passief als actief. Zelf voetballen deed hij bij SK en SV Roeselare en was er ook nog actief toen deze clubs fusioneerden. Het werd gevolgd door passages bij talrijke eerste en tweede provincialers. “Ik kreeg op competitief vlak er op 28-jarige leeftijd plots genoeg van”, zegt de master lichamelijke opvoeding. “Een hoogvlieger – lees profvoetballer- zou ik toch nooit worden. Precies daarom wou ik op beroepsvlak van mijn leven iets maken. Het behalen van een doctoraat in de bewegingswetenschappen stond hierbij met stip genoteerd. Dit vergt natuurlijk tijd, inspanning en veel opoffering. Slagen in dit opzet zorgde achteraf vanzelfsprekend voor een enorme voldoening.”
“Terwijl ik doctoreerde, had ik de kans om physical coach te worden in de jeugdwerking van Zulte Waregem. Vier jaar later, in het laatste jaar van mijn doctoraat, trok sportief coördinator Roel Vaeyens aan mijn mouw om bij de Club Academy aan te slag te gaan als physical coach. Als Club Brugge aan je drempel staat, zet je de deur logischerwijze wijd open. Ik ervoer het als een grote stap voorwaarts in de job die ik graag doe. Toen een seizoen later toenmalig performance coach Siebe Hannoset besloot andere oorden op te zoeken, vroeg men mij zijn plaats in te nemen.”
De uitgebreide technische uitleg van de job die Dieter Deprez bij Club uitoefent, kan niet via enkele volzinnen worden uiteengezet. “Samen met physical coach Eddie Rob zie ik vooral toe op de workload van de spelers”, vat Deprez zijn taak bondig samen. “Dit gebeurt via de gegevens van GPS die de spelers tijdens iedere training of match op borsthoogte dragen. Bij wie moet er gas worden bijgegeven of dient er eventjes op de rem gestaan om de fysieke weerbaarheid op alle gebied op peil te houden en te verbeteren? Naast de verwerking van de GPS-data ben ik intensief bezig met de verzameling en verwerking van de individuele fysieke, medische en wedstrijddata zodat we de spelers optimaal kunnen belasten zonder in blessure te gaan. De data uit onze ClubLAB database worden voorts voorgelegd aan de technische staf die op deze manier kan afleiden en beslissen hoe de trainingsarbeid van speler X of Y er moet uitzien de volgende dag(en). Eddie en ikzelf ervaren het als een opsteker dat de technische staf onze directieven geenszins in de wind slaat. De huidige schaarse blessurelast kan dus inderdaad niet aan toeval worden toegeschreven. De collectieve medische ondersteuning en samenwerking achter de schermen is bijgevolg zeer lonend.”