Club Brugge leek tegen KV Oostende op weg naar een vlotte zege, maar maakte het zichzelf nog moeilijk. Van 2-0 ging het naar 2-2, maar uiteindelijk pakte Blauw-Zwart toch nog een 4-2 overwinning. Carl Hoefkens loofde vooral de mentale weerbaarheid van zijn groep.
“De eerste helft was voor ons, al verliepen de eerste twintig minuten wel moeizaam. Daarna kregen we een paar kansen en scoren we ook twee doelpunten. We gingen met een goed gevoel de rust in en na de pauze volgden ook enkele kansen. Daarna volgde die gemiste penalty en schiet je jezelf in de voet. Maar daarna heeft de groep op een fenomenale manier gereageerd. Je speelt een ongelukkige wedstrijd op Union en gaat daarna onderuit tegen Porto, en dan plots staat het 2-2 tegen KV Oostende. De vraagtekens die ik had, naar mentale weerbaarheid toe en fysieke vermoeidheid, daar hebben ze uitstekend op gereageerd. Het team heeft de rug gerecht. Dat is de reactie die je wil zien, zelf als je vermoeid bent.”
Na de penaltymissers van Vanaken en Lang tegen Porto kon ook Jutglà niet scoren vanop de stip, terwijl Nielsen slechts in twee tijden kon scoren. “Hoe meer je er mist, hoe groter de druk natuurlijk. Dus nu ligt er ook weer meer druk op de volgende strafschopnemer. We zullen daar op training aan moeten werken, door op training toch een gevoel van druk te creëren. De hiërarchie is in elk geval duidelijk: Hans is de vaste strafschopnemer, dan Noa, dan Ferran en dan Casper.”
Dedryck Boyata verscheen aan de aftrap, maar kende een ongelukkige avond: eerst zette hij zelf Hornby op weg naar de aansluitingstreffer en daarna veroorzaakte de Rode Duivel ook een strafschop. “Voor mij is er totaal geen probleem met Boyata. Ik ben heel tevreden over hem: de manier waarop hij zich begeeft in de groep, hoe hij bezig is met de jonge gasten. Ook hoe hij omging met zijn status als hij niet speelde, toen hij voorbeeld bezig was met volop Abakar te begeleiden. Vandaag gebeurden er twee fouten, maar dat kan absoluut gebeuren. Ik was wel een klein beetje verbaasd met de reactie van het publiek, maar dat heeft niet lang geduurd. Daarna volgde één van de mooiste acties die ik hier dit seizoen al gezien heb en die mij eigenlijk ontroerde. Dedryck werd weer in de armen gesloten en toegezongen. Dat is Club Brugge, dat is Jan Breydel.”
De Brugse coach had het tot slot nog over Buchanan en Yaremchuk. “Door de blessures en schorsingen achterin wou ik alle opties openhouden. Ik wou Tajon achteraan in actie zien en vind dat hij dat goed gedaan heeft. Wat Yaremchuk betreft, zijn er geen structurele problemen. Hij wil Club Brugge echt iets bijbrengen. Qua manier van voetballen zitten we nog niet op dezelfde golflengte, maar ik ben ervan overtuigd dat hij Club Brugge nog veel kan bijbrengen.” (SF)