Ruud Vormer en Bas Dost hebben een groot aandeel in de zeventiende titel van Club. Beide Nederlanders genoten van de titel, maar het was niet evident om te spelen na het kampioenenfeestje van donderdag.
“Je doet het voor de wedstrijden”, gaf Ruud Vormer mee na de match. “Ik heb het met de coach besproken, hij vroeg of ik wilde spelen. Natuurlijk wilde Rudy spelen. Het zat wel nog wat in de benen. We hebben niet de rust genomen zoals normaal. De beentjes waren zwaar, maar dat is niet erg. We hebben een leuke pot neergezet. Er is veel blijven hangen van de nacht dat we de titel behaalden. We kwamen rond drie uur aan in Knokke. Om half acht ging ik naar bed en om negen uur was het wakker worden voor de coronatest voor nu. Alles is dus bijgebleven: het feest, onderling. We hebben genoten zoals iedereen zou doen.”
“Het kon alle kanten op. Het was wel een leuke wedstrijd om te zien”, blikte Bas Dost terug op de match. “Uiteindelijk verliezen we de wedstrijd. Maar als wij die penalty maken, dan gaat het anders. We gaan er niet veel over zeggen nu. Wij zijn kampioen geworden. Dit is mijn eerste kampioenschap. Dat is speciaal en dat is niet voor velen weggelegd. Weet waar ik vandaan kom, ik ben daar bijzonder trots op. Dit is ook de hoofdreden waarom ik hierheen kwam. Ruud zei het me direct dat we kampioen gingen worden. Maar hij zegt natuurlijk wel meer, maar nu had hij helemaal gelijk. Ik ben er enorm trots op, kampioen ben je niet zomaar.” (KN)